Kritiek krijgen is zelden fijn. Luisteren naar tips die anderen voor je hebben wel. Dat noemen we: feedback. Op een goede manier samen kijken hoe dingen beter kunnen. Dat levert energie op. Maar goede feedback moet wel aan voorwaarden voldoen. Daarom 12 praktische tips voor het geven van feedback.
- 1Zeg tegen je collega dat je hem/haar feedback wilt geven.
- 2Neem daar samen 10 minuten tijd voor: doe het direct of maak een afspraak.
- 3Beschrijf het onderwerp waarover je feedback wil geven zo feitelijk, concreet en specifiek mogelijk – in termen van: ik zie, hoor, merk, proef, lees. Bijvoorbeeld: “Ik zie dat je de laatste tijd vaak afwezig bent op teamvergaderingen”. Geef geen waardeoordeel!
- 4Zeg wat het met jou doet, waar jij last van hebt, hou het bij jezelf. Bijvoorbeeld: “(...) en daardoor krijg ik het gevoel dat je de samenwerking in het team niet belangrijk vindt”.
- 5Vraag de ander dan of hij/zij het punt van feedback herkent. Voorbeeld: “Klopt het wat ik zie, is dat zo? Wat speelt er?”
- 6Laat de ander zelf bepalen of zij/hij je feedback accepteert.
- 7Bedenk dat feedback gaat over iemands gedrag, niet over haar/zijn persoonlijkheid.
- 8Hou rekening met emoties.
- 9Check of de boodschap is overgekomen.
- 10Verwacht niet in een keer dat de ander verandert, dit heeft tijd nodig.
- 11Benoem dingen die goed en die minder goed gaan. Gééf niet alleen feedback, maar vraag er ook om.
- 12Zie feedback als een kans voor groei van je collega, jezelf en jullie team(s).