Online is echt anders dan live. Trap niet in de valkuil dat je een leerprogramma ongewijzigd doorzet naar een onlineversie.

Onze intelligente lock down maakt dat we meer Zoomen, Teamen en Skypen dan ooit. Corona heeft de digitale transformatie in een stroomversnelling gebracht. Beeldbellen, virtueel vergaderen, online trainen: het is praktisch en efficiënt. Maar ook knap vermoeiend. Aan het eind van een werkdag met vier of meer onlinebijeenkomsten voel je je ‘suf geZoomd’. Uitgeput. Waarom? Bij online bijeenkomsten mis je echt contact. Non-verbale signalen pak je moeilijker op via het computerscherm. Je zit te staren in plaats van dat je oogcontact maakt. Er is sprake van talloze prikkels, beelden en afleiding. Mensen hebben een kortere concentratieboog en … sommigen ook een korter lontje. Na een klein uur voel je de energie bij iedereen wegebben. We hebben geleerd dat de digitale omgeving goed bruikbaar is, maar wel eigen beperkingen kent. Je kunt niet zomaar alles wat je normaal ‘live’ doet nu op dezelfde manier digitaal doen. Er is een vertaalslag nodig.

Wat betekent dit nu voor leer- en ontwikkeltrajecten? Sommigen stellen klassikale opleidingen, trainingen en cursussen uit tot na de zomer, in de hoop dat alles dan weer min of meer ‘normaal’ zal zijn. Anderen kiezen ervoor om lopende leertrajecten ‘om te kitten’ in een onlineversie. Prima, want dat maakt ze minder kwetsbaar. Maar pas op: trap dan niet in de valkuil dat je het leerprogramma qua opbouw, structuur en activiteiten onveranderd doorschuift naar een onlineversie. Dan loop je keihard aan tegen de beperkingen van het digitaal werken. Het is een regelrecht recept voor totale uitputting aan het eind van de dag! Hoe dan wel? Hieronder geef ik vijf waardevolle inzichten voor het online (her)ontwerpen van een training. 

1 Kies voor afwisseling, verschillende werkvormen, ‘blended’ leren

  • De concentratieboog online is korter dan die bij fysieke bijeenkomsten.
  • Wissel daarom blokken plenair (luisteren) af met werkgroepen (actief samenwerken aan opdrachten); dat kan prima via de break-out rooms functionaliteit in Zoom. Een plenaire sessie duurt maximaal 40 minuten, een break-out sessie 20 minuten.
  • Wissel online ook af met offline werkvormen: tweetallen die samen iets moeten voorbereiden of uitwerken - en zelf kunnen bepalen hoe ze dat doen (bellen, appen, buiten wandelen als ze dicht bij elkaar wonen of werken) of een activiteit voor elke deelnemer alleen.
  • Ontwerp de training als onderdeel van een blended leertraject: een mix van groepsbijeenkomsten, e-learning, leerstof voor zelfstudie, zelfonderzoek, etc.   

2 Zorg voor een duidelijke structuur met rust, ruimte, humor en ontspanning

  • Elkaar live ontmoeten is veel natuurlijker dan elkaars hoofden op postzegelformaat zien op een computerscherm. Het gevaar van overprikkeling is groot. Structuur, ruimte en rust zijn daarom belangrijke pijlers.
  • Investeer in de voorbereiding van de training, maak een draaiboek. Vraag de deelnemers of die zich ook goed voorbereiden, inhoudelijk uiteraard, maar technisch (wifi, software, beeld, geluid, rustige achtergrond en kleding). Besteed aan het begin aandacht aan de spelregels, de online etiquette.
  • Bouw tussen de verschillende blokken ruimte in voor rust en ontspanning. Denk aan een lunchpauze van 2,5 uur, waarin de deelnemers offline een opdracht moeten volbrengen. Hoe, wanneer en waar ze dat doen is aan hen. Dat biedt ze ook de gelegenheid om thuis even op te laden of een klusje te doen. En vergeet niet dat humor prima werkt als sociaal smeermiddel. 

3 Schep ruimte voor interactie, samenwerking, delen van inzichten

  • Interactie stimuleert actieve deelname, zet de deelnemers ‘Aan’, voorkomt dat ze afgeleid raken en in de verleiding komen hun mail te gaan checken.
  • Je kunt interactieve elementen inzetten door een meningspeiling of quizvraag (‘polling’ in Zoom of Mentimeter via ander device), door de deelnemers een open vraag te stellen die zij of schriftelijk in de chat of mondeling via de microfoon kunnen beantwoorden.
  • Samenwerken kan op talloze manieren, online in groepen van vier tot vijf deelnemers, offline via een-op-een ‘lunch-huiswerkopdrachten’, in korte brainstormsessies waarbij iedereen ideeën kan inbrengen door deze op een virtueel prikbord te plaatsen (Padlet).
  • Deelnemers zelf ervaringen laten delen of laten presenteren werkt ook goed. 

4 Beperk het aantal online tools, hou het eenvoudig

  • Er zijn tientallen tools beschikbaar om een online training te verrijken. Hoewel de verleiding groot is er meerdere in te zetten, al was het maar om te laten zien wat er allemaal kan, raad ik aan het aantal tools beperkt houden.
  • Werk je met Zoom, dan heb je drie functionaliteiten binnen handbereik: schermdelen, meningspeilingen en groepsruimten (share screen, polling, break-out rooms). Voeg daar eventueel een virtueel prikbord aan toe en je hebt meer dan genoeg. Schakelen tussen verschillende werkvormen en tools vereist de nodige handigheid: test dit vooraf met een collega of een familielid. 

5 Zorg voor een trainer die het digitale programma goed kent

  • Niets is zo irritant als allemaal klaar zitten en dan te moeten wachten op het starten van een presentatie of filmpje. Voor je het weet zie je de mailbox of andere privézaken van de trainer voorbijkomen.
  • Als de trainer daar zelf niet handig in is, werk dan samen met een facilitator die zorgt dat alles goed op elkaar aansluit en de vaart er goed in blijft. 

Benieuwd naar wat loopbaancoaching voor jou kan betekenen?